Perfect Bagger
Over perfectie kan ik veel schrijven. Ik hou het klein.
Ik gebruik het woord perfect op twee manieren.
Perfect als in: alles klopt precies zoals het is. Al gaat het niet zoals je wilt (in je leven, je werk, met jou, de wereld): in het Grote Geheel klopt het.
Dus, als ik een matig verhaal schrijf, dan is dat perfect, al ontgaat me de bedoeling op dat moment.
Een ander woord is vertrouwen.
Perfect als in perfectionisme. De verlammende angst om dingen fout te doen, wat zich uit in de allesoverheersende drang om dingen goed te doen. Goed naar een standaard die zo hoog is, dat die niet bestaat. Zo hoog dat je liefst niet begint en als je zo stom was om te beginnen, dan maak je het in ieder geval niet af.
Dus, in deze lezing van perfect: als ik een matig verhaal schrijf, dan blijft dat in de la.
Een ander woord is angst.
Zodra ik iets publiceer, dan is het eerst volgende verhaal dat ik schrijf bagger. Zo ook met de foto’s die ik maak. De eerste foto, nadat ik wereldkundig had gemaakt dat ik foto’s maken zo leuk vind, vond ik geen mooie foto.
En hoe komt dat? Ik denk door de Wet van Aantrekking. Waar je op focust groeit. Omdat ik het bestel.
Ik maak iets publiek, dus dan moet mijn volgende verhaal en foto goed zijn. Perfect liefst, goed als in: niet slecht. En dan niet het Italiaanse ‘nied schlègde’ uit de Iglo pizza Crossa reclame, want dat is namelijk nog best goed. Ik bedoel niet slecht als in N.I.E.T. slecht. Het mag alles zijn, maar niet: slecht.
En het Universum kent het woordje niet niet, en N.I.E.T al helemaal niet, dus ik bestel: een slechte foto en een slecht verhaal. Komt voor de bakker, roept het Universum.
Ik herken dat van mezelf, perfectionisme. Nu zeg ik tegen mezelf: het is perfect. Precies goed zoals het is en als het bagger is, dan is het perfect bagger. Voor mij en iemand anders misschien ook belangrijk.
Kijktip: The Gap van Ira Glass
Leestip: Spiegologie van Willem de Ridder.